Voor betalingen van grote bedragen werd met name de in Brazilië geslagen Portugese gouden Johannis gebruikt, vernoemd naar koning Johan V (1706 - 1750) van Portugal, die het goudstuk in 1722 introduceerde.
Deze Portugese gouden munt was vanaf 1785 een belangrijke handelsmunt op Curaçao. Bij introductie was de munt 90 realen waard.
Zoals bij de meeste munten werd ook de Johannis op grote schaal nagemaakt. Deze imitaties bevatten minder goud. Daarop besloot de regering om de beste exemplaren te voorzien van een merkteken.